top of page

Even ruimte voor niks

5 min. leestijd

tekst: Joanna Vervoort (zij/haar) illustraties: Lie Van Roeyen (zij/haar)

Uit editie 3 Macht - ruimte en macht

Op reis om ervaringen op te doen, sporten om een betere conditie te krijgen … we willen dat alles een nut heeft, om zo een beter mens te worden. Maar laat zo’n vastgetimmerd bestaan nog wel creativiteit en spontaniteit toe? Ik pleit voor ruimtes waar je ongeremd slordig en nutteloos kan zijn. 

Joanna-01.png

Ik ben alleen op reis in Marseille wanneer ik in het hostel mijn dagboek openklap. Terwijl ik schrijf over de afgelopen dagen, komt een Duitse twintiger naast me zitten. Hij vertelt dat hij ook een dagboek bijhoudt. Meer nog, hij is coach en leert anderen met behulp van journaling om dichter bij zichzelf te komen. “A lot of people are doing journaling wrong, and I teach them how to be better at it”, zegt hij. 

 

Hij legt uit hoe je gelukkiger en succesvoller kan worden als je een dagboek ‘op de juiste manier’ bijhoudt: doelen oplijsten, stilstaan bij waar je dankbaar voor bent en af en toe een evaluatie. Ik kijk naar het dagboek dat op mijn schoot ligt: het is een verzameling van random gedachtes die ik niet wil vergeten. Maar verder is er geen doel of structuur. 

 

Het klinkt mooi, schrijven om een beter mens te worden. Toch voel ik daar een weerstand bij die ik eerst niet begrijp. Pas later op de avond besef ik dat het nogal dwingend klinkt. Het voelt bijna alsof je huiswerk maakt. Mijn dagboek is net een van de weinige ruimtes waar niets moet. Niemand kan meekijken en dus gaat schrijven ongeremd, zonder backspacetoets en zonder commentaar van anderen. Juist omdat er geen doel is, is het heerlijk om te doen. 

VOLGEPLANDE VRIJE TIJD

Ik koester mijn doelloze dagboek omdat het aanvoelt als een zeldzaamheid. Denken in termen van productiviteit – wat haal je eruit en wat zijn je goals? – is niet enkel meer gereserveerd voor mijn job of studie. Mijn telefoon registreert elke stap die ik zet. Tienduizend stappen? Doel behaald, gefeliciteerd. En hoewel ik op reis ben om te ontspannen, hou ik toch in mijn hoofd bij of ik wel genoeg leuke buurtjes ontdekt heb. Ik zou er maar eens te weinig uit kunnen halen. In zijn boek ‘Agendahedonisme’ beschrijft journalist Tom Grosfeld hoe ver de obsessie met tijdsoptimalisatie kan gaan bij (vooral) stedelijke twintigers en dertigers, die hij ‘agendahedonisten’ noemt. Agendahedonisten plannen niet alleen hun werkuren planmatig vol, maar ook hun vrije tijd. Want die is kostbaar, en dus kiezen ze best activiteiten waar ze een beter mens van worden. Sporten doen ze om hun conditie bij te werken, de films die ze zien vormen idealiter inspiratie voor hun volgende project en een stilteweekend in de Ardennen is er vooral om het hoofd leeg te maken, zodat ze maandag weer kunnen knallen op het werk. 

VAN ARBEIDER NAAR ONDERNEMER

Wat Grosfeld schrijft is herkenbaar. Steeds meer van mijn leven is ingepland met het oog op zelfontwikkeling, en ik ben daar niet de enige in. Hoe is het eigenlijk zo ver kunnen komen? Zo’n kleine eeuw geleden was zelfverwezenlijking nog niet zo’n ding in het Westen. Collectivisme had toen de boventoon, schrijft Grosfeld. Dat veranderde stilaan in de jaren ’60. Onder invloed van de protestbewegingen en de humanistische psychologie wilde iedereen aan zichzelf werken, al was dat eerder om zich te kunnen afzetten tegen het heersende kapitalistische systeem. In de jaren ’70 kwam het neoliberalisme op, een economische stroming waarbij de nadruk lag op zo veel mogelijk individuele vrijheid.

Die twee stromingen zorgden ervoor dat we van een commandosamenleving naar een prestatiesamenleving gingen, zegt filosoof Byung-Chul Han. De mens veranderde van een arbeider in een ondernemer, die alles kan bereiken als hij er maar hard genoeg voor werkt, zowel op vlak van werk als privé. Gebeurt dat niet? Dan is dat zijn schuld, niet die van de maatschappij.

​

Vandaag is drukte een statussymbool. Timmer je hard aan je carrière, aan je sociaal leven en je culturele ontwikkeling, dan ben je goed bezig. Sociaal psycholoog Devon Price noemt dit ‘the laziness lie’. Hard werken is moreel superieur aan lummelen, je waarde staat gelijk aan je productiviteit. Lukt het je niet om bij te benen? Dan ben je niet moe, maar lui.

joanna-01-01_edited.png
BEVLOGEN TIJD

We willen dus productief zijn op alle vlakken van het leven. Maar is dat zo erg? Als ik een beetje druk op mezelf zet, doe ik meer activiteiten die goed voor me zijn. Terug naar de stappenteller: als ik bijhoud hoeveel ik beweeg, denk ik er vaker aan om eens een wandeling te maken. En na zo’n wandeling voel ik me altijd beter, dat weet ik van mezelf. Hetzelfde geldt voor de dagboektechnieken van mijn Duitse reisgenoot; ik ben er oprecht van overtuigd dat je tot goede inzichten komt als je zijn tips toepast. 

​

Af en toe een beetje inplannen kan namelijk absoluut geen kwaad, maar het wordt wel problematisch als álles een doel moet hebben. Een leven zonder spontaniteit is “als leven met een elektronische enkelband om”, schrijft Grosfeld. Alles wat we inplannen, stapelt zich op in ons hoofd. Een leuk etentje of even je dagboek bijschrijven kan zo even hard als een klusje aanvoelen als het doen van de afwas.

​

Er moet dus ruimte blijven voor spontaniteit. Dat schrijft ook filosofe Joke Harmsen in haar boek Kairos (2014). Volgens Harmsen kom je alleen via spontaniteit terecht in een bevlogen tijd: een tijd waarin je mijmert, droomt en zwerft om zo tot nieuwe inzichten te komen. Alleen kom je enkel in zo’n staat terecht als je loslaat dat alles tot groei of winst moet leiden. En zo gebeuren de belangrijkste momenten juist als je denkt dat je tijd verspilt. Of zoals John Lennon het zingt in het nummer ‘Beautiful Boy’: “Life is what happens to you when you’re busy making other plans.”

​

Precies dat gebeurt wanneer ik in mijn dagboek schrijf. Ik weet op voorhand nooit wat ik ga schrijven, maar net omdat ik rondzwerf in mijn eigen gedachten, worden ze helderder voor mij. Een ‘nuttig’ dagboek vol dankbaarheidslijstjes en doelen zou datzelfde effect gewoon niet hebben. Ofwel zou ik het snel beu zijn, ofwel zou de vaste structuur me beperken.

​

RUIMTE VOOR ROMMELIGHEID 

Laten we dus vaker de dwang om productief te zijn tegengaan. In haar essay ‘Weigeren om mee te doen’ geeft Lieke Knijnenburg daar wat voorbeelden voor: ga naar een concert maar maak geen foto’s, 

slenter wat door de straten, of duik een nachtclub in – waar je kan opgaan tussen de andere dansers en tijd er niet toe doet.

​

Van zo’n ‘nutteloze’ activiteiten gaat je geest openstaan, en niet enkel om er iets van op te steken (weer zoiets met een productief doeleinde), maar vooral omdat je jezelf een authentieke ervaring cadeau doet. Met een open blik kijk je verder dan je eigen planning en zorgen. Zo voel je je meer verbonden met de wereld rondom je. Die open blik zorgt er ook voor dat je brein meer tijd nodig heeft om nieuwe indrukken te verwerken, aldus auteur Devon Price. Zo lijkt het alsof de tijd trager gaat. Je gunt jezelf dus ook meer tijd.

​

Als je loskomt van die focus op jezelf, krijg je daar - naast tijd en verbondenheid - nog iets anders voor terug: meer empathie. In het boek ‘How to do nothing’ legt Jenny Odell uit dat aandacht voor alles wat buiten onze bubbel ligt essentieel is om met elkaar in verbinding te gaan, en zo samen weerstand te kunnen bieden tegen onrecht. Denk bijvoorbeeld aan een huisbaas die de huur drastisch verhoogt. Alleen zal je daar niet veel aan kunnen doen, maar als alle huurders zich verenigen, krijgen ze plots misschien wél meer gedaan, omdat ze verder keken dan hun eigen belang. En tot slot: het leven is gewoon leuker als niet alles een verplichting is. Ik schrijf graag, maar ik word bij opdrachten vaak geblokkeerd door het idee dat anderen er iets van zouden vinden. In mijn dagboek niet, daar schrijf ik enkel voor mezelf, waardoor ik sneller in een flow terechtkom.

 

De dag na het gesprek in het hostel wandel ik naar het strand. Marseille heeft veel te bieden, maar ik heb vooral zin om niets te doen. Gisteren wandelde ik de zee nog gehaast voorbij, nu neem ik ze helemaal in mij op, met haar zoute geur en kalmerende geruis. Zonder een af te vinken plan voel ik me pas echt op vakantie. Terwijl ik de tijd vergeet, neem ik mijn dagboek en schrijf ik ongeremd. 

tekst: Joanna Vervoort (zij/haar) illustraties: Lie Van Roeyen (zij/haar)

Uit editie 3 Macht - ruimte en macht

bottom of page